Beleidsdrang of bewonersbelang? / Simon Franke - Trancity
Voor de nieuwe site buurtwijs.nl schreef ik een blog over de kloof tussen beleid en het alledaagse leven in de wijk. Hieronder de tekst.
Overheid en professionals hebben een ander beeld van het dagelijks leven in een wijk dan de bewoners, terwijl ondertussen het beleid wel is gebaseerd op dat professionele perspectief.
Onlangs verscheen de publicatie: De waarde van het alledaagse. De auteurs, Peter Beijer, Ellen de Groot, Jolanda Hoeflak en Vincent Platenkamp deden, samen met studenten van de Breda University of Applied Sciences (NHTV), onderzoek naar het dagelijks leven van bewoners in drie doorsnee wijken: Theresia in Tilburg, Brabantpark in Breda en Kortendijk in Roosendaal. Het onderzoek laat zien hoe in de wijken het vermogen aanwezig is om zelf orde op zaken te stellen. Het laat ook zien hoe bewoners en overheid beide een ander perspectief hebben op zelfredzaamheid.
Bewoners en professionals schatten situaties verschillend in
Dit verschil in perspectief komt tot uiting in de wijze waarop bewoners en professionals situaties inschatten. Dat kan soms een verontrustend effect hebben. Als bijvoorbeeld iemand klaagt over een groepje hangjongeren in Kortendijk ziet de gemeente Roosendaal een potentieel probleem. Maar de meeste omwonenden zien helemaal geen probleem, zij weten dat het gaat om een groep jongens die hier al jaren samenkomen. Die inmiddels studeren, banen en kinderen hebben, maar het leuk vinden om elkaar nog te treffen in hun oude buurtje. Natuurlijk is er weleens lawaai, maar eigenlijk is dat makkelijk op te lossen door de omwonenden zelf. Daar hoeft geen politie aan te pas te komen en er hoeft geen beleid voor opgetuigd te worden.
Beleid wordt teveel gebaseerd op statistiek
De constatering van ‘misplaatste beleidsdrang’ en het verschil van inschatting van situaties brengt de onderzoekers tot stevige conclusies. Te vaak wordt beleid gebaseerd op statistische gegevens in plaats van kwalitatief onderzoek in de wijk zelf en er is in wijken sprake van een overdaad aan politiek gemotiveerd ingrijpen door professionals. En professionals, of ze nu van de gemeente komen, de corporatie of het welzijnswerk, zijn te gretig, willen te graag ‘ingrijpen’.
Natuurlijk is het goed dat er schuldhulpverlening is, dat schooluitval wordt aangepakt en zo zijn er nog meer zaken te bedenken waar we professionals en beleid voor nodig hebben. De kritiek richt zich dan ook vooral op generiek beleid. Dit is vaak geïnspireerd door de waan van de politiek.
De onzinnigheid van generiek beleid
Uit een eerder onderzoek, in de Haagse Schilderswijk, komt naar voren dat er soms wel degelijk behoefte is aan een overheid die initiatief neemt. Het ging om een besluit van de gemeente om te bezuinigen op het bibliotheekwerk. Ook in de Schilderswijk ging het wijkfiliaal dicht. Dat in de Schilderswijk een andere behoefte bestond dan in het Statenkwartier deed niet ter zake. Niemand van de ‘sluiters’ wist (of wilde weten), dat de bibliotheek de enige plek in de wijk was waar opgroeiende meiden elkaar konden ontmoeten met toestemming van hun moeder, dat er computers waren die lang niet in elk huis aanwezig waren en dat er plek was om je huiswerk te doen. Na tweeëneenhalf jaar actievoeren vanuit de wijk is de bibliotheek heropend en ingericht naar de behoefte van de wijk. Het laat zien dat een gerichte investering in een wijk met goede professionals grote betekenis kan hebben.
Wat voor professional is er nodig?
Het onderzoek in de Brabantse wijken en ook het voorbeeld van de bibliotheek in de Schilderswijk laten zien dat niet elk professioneel handelen fout is. Waar het om gaat is dat de wijk professionals nodig heeft die niet meteen hoeven te scoren bij hun wethouder. Professionals die nieuwsgierig zijn naar hoe het werkelijk gaat in een wijk. Dat vraagt om terughoudendheid, om geduld, maar het vraagt ook om professionele autonomie om te kunnen handelen naar bevind van zaken. Niet het beleidsplan van de eigen organisatie of van de overheid is dan leidend, maar de specifieke situatie ter plekke. Dat soort professionals kunnen we goed gebruiken, ook in een wijk die op het gebied van het alledaagse heel veel zaken zelf kan oplossen.
De publicatie De waarde van het alledaagse – Van beleidsdrang naar bewonersperspectief verscheen in maart j.l. bij trancity*valiz. Meer informatie over het boek vindt u hier.
Op 26 mei a.s. 20.00 uur organiseert Trancity i.s.m. Pakhuis de Zwijger een bijeenkomst waarop de auteurs hun onderzoek in drie Brabantse wijken toelichten en daarna met o.a. Arnold Reijndorp, Nico de Boer en Stephan Steinmetz in gesprek gaan. Centrale vragen op de bijeenkomst zijn of ‘we’ teveel interveniëren in de wijk en of we op zoek moeten naar een nieuw wijkprofessionalisme. Meer informatie en aanmelden op de site van Pakhuis de Zwijger.