Skip to main content

Eten op een vertrouwde plek – Lenneke Overmaat - Trancity 

Geschreven op .

Vrijwilligers Antonius Kookt 2 SmallDe ‘sociale boulevard’ wordt het wel genoemd, het rijtje maatschappelijke instellingen aan de Haarlemse Nieuwe Groenmarkt. Een rustpunt in de stad zo vlak bij de Grote Markt. Net als in de rest van de binnenstad wordt hier gegeten, maar dan anders. Bij Binnensteeds, bij Antonius Kookt en bij Stem in de Stad wordt gekookt, door vrijwilligers voor mensen met weinig geld of op zoek naar gezelschap, voor dak- en thuislozen.

Bij Binnensteeds
Tot nu toe kende ik, als Haarlemmer, alleen café Lima op de hoek van de Nieuwe Groenmarkt en de Zijlstraat; een gezellig tentje waar je verse gemberthee drinkt en vegahapjes eet voor een pittige prijs. Ik zie daar vooral jonge moeders en werkende zzp’ers achter hun laptop.
 
Dat er aan de overkant van deze hippe tent elke maandag een lunch is voor twee euro voor buurtbewoners, mensen met een beperking of met een psychiatrische achtergrond wist ik niet. ‘Wij streven ernaar om mensen met een verschillende achtergrond met elkaar te verbinden’, zegt Wilma, locatiecoördinator van welzijnsorganisatie Binnensteeds. 
Aan de grote tafel in de keuken, schuif ik aan bij acht tafelgenoten en geniet van de pittig gekruide Dalsoep die vrijwilligster Marijke (deze maandag als invalster) heeft gekookt. Het is makkelijk om contact te maken en het gesprek gaat over de ingrediënten van de soep en over andere gerechten. Ik ervaar een moment van rust en ongedwongen samenzijn. Geen mobieltje en geen laptop, een andere ervaring dan bij Lima. 'ik kom hier gewoon graag en het is niet duur,' zegt een van mijn tafelgenoten, ’en daarna doe ik mee met de zanggroep’. Ook mensen van de cursus Japans schilderen schuiven aan.
 
Bij Antonius Kookt
Voor ouderen met een kleine beurs, alleenstaanden en mensen die sociaal contact zoeken, kun je eens in de twee weken dineren bij Antonius Kookt in de ruimte van Stem in de Stad. Antonius Kookt wordt georganiseerd door de Antonius Gemeenschap, een vrijwilligersorganisatie die, zoals op hun website staat, ‘op verschillende manieren zorgdraagt voor arme en eenzame mensen in Haarlem’. Voor vijf euro eet je een eenvoudig maar lekker driegangen menu. Wim, de vrijwillig coördinator heet alle bezoekers welkom en introduceert nieuwkomers en ook mij.
Gasten Antonius Kookt SmallEr zijn vanavond meer dan vijftig mensen over de verschillende tafels verspreid. Ze komen uit de hele stad. De sfeer is geanimeerd, er wordt veel gepraat, gelachen en met smaak gegeten. Een groep enthousiaste vrijwilligers dient efficiënt en met een big smile de borden op. Mensen zitten meestal op hun vaste plek zegt een van de vrijwilligers en ze zijn een beetje van slag als dat anders gaat. Ik ben welkom aan de tafel van Gonnie die met haar ex, de huidige vriendin van haar ex en nog een andere vriendin van haar een vast groepje vormen. ‘Wie ben jij en waarom ben je hier” vraagt Gonnie gelijk als ik mijn stoel aanschuif. Na enige uitleg ben ik van harte welkom en al gauw raken we aan de praat over mijn vraag wat voor betekenis deze plek voor hen heeft. ‘Het is hier altijd gezellig, het eten is lekker en goedkoop en je bent onder de mensen’ zegt Joop. ‘We struinen goedkope eetplekken in de stad af zoals in Schalkwijk en het Rozenprieel’,  zegt Joop. Ze prijzen de kok Brenda die met haar vrijwilligersploeg een heerlijke zuurkoolstamppot heeft gemaakt met groentesoep vooraf en ijs met pannenkoekjes toe. 
 
Bij Stem in de Stad
Het meest onder de indruk ben ik van de gratis eetvoorziening voor mensen zonder woon- of verblijfplaats op elke maandag, woensdag en vrijdagavond van Stem in de Stad ( een Oecumenisch diaconaal centrum). Op een vrijdagavond schuif ik aan tafel bij een groepje mannen dat met smaak groene kool, een flinke schep aardappelpuree en een varkenslapje eet. Mihai, een Roemeen, gaat voor een tweede ronde al is het nog maar vijf uur in de middag. ‘Ik moet er tot maandag mee doen’, zegt hij met een knipoog. Hij heeft een grote Albert Heijn tas bij zich en vertelt dat hij verhalen en gedichten schrijft voor het Straatjournaal, de daklozenkrant die hij verkoopt bij de Albert Heijn in de Grote Houtstraat. Hij laat mij trots zijn, in eigen beheer uitgegeven, boekje Straatjournaal is mijn leven zien. Ik koop er één voor acht euro.
 
Dakloos zijn is stress
‘Er zijn vier criteria voor deelname aan de eetvoorziening,' zegt Joop, de vrijwillige pastor: 'als je onder Budgetbeheer valt en niet meer dan vijftig euro te besteden hebt per week, naast je vaste lasten;  als je dak- of thuisloos bent, drugs- of alcoholverslaafd bent of last hebt van een psychiatrische stoornis’. Joop kent ze allemaal en als om klokslag 17.00 uur de deur open gaat, geven hij en Marleen (coördinator van de eetvoorziening van Stem in de Stad) iedere bezoeker een hand. In een lange rij staan mannen en enkele vrouwen te wachten totdat de vrijwilligers hun bord hebben opgeschept. Sommigen schrokken het eten, met hun jas nog aan, in vijf minuten naar binnen, maar er zijn er ook die er rustig voor gaan zitten, een praatje maken met hun tafelgenoten en voor een tweede of derde ronde gaan. 
Vrijwilligers Eilis en Ton eetvoorziening 3 SmallEr is een  klein opstootje bij de ingang omdat een vaste bezoeker twee vrienden heeft meegenomen die eerst allerlei vragen van Joop moeten beantwoorden voordat hij besluit of ze mee mogen eten. Joop blijft rustig en Marleen schuift de deuren in de gang dicht om te voorkomen dat de overige bezoekers zich ermee gaan bemoeien. ‘De vlam slaat snel in de pan', zegt zij, ‘en dan is het belangrijk dat je de kalmte weet te bewaren’. 
 
Mike is de vaste kok en de vrijwilligers Eilis en Ton helpen hem. ‘Ik doe dit nu vijf jaar en ze kennen mij allemaal,’ zegt Mike. ‘Ik heb compassie met ze want dakloos zijn, betekent veel stress. Je loopt de hele dag om warm te blijven, de politie te ontwijken of op zoek te gaan naar een geschikte plek om te eten of te slapen. Ik wil graag iets doen voor hen en koken is mijn vak.'  Hij heeft jarenlang restaurant Ma Brown gerund op de Nieuwe Groenmarkt en woont daar boven. De vrijwilligers die het eten opscheppen, glazen water en bestek uitdelen, afwassen en de tafels en stoelen weer opruimen, vormen een hechte groep die goed samenwerkt. ‘We delen lief en leed', zegt één van hen. 
 
Informeel en vertrouwd
De drie maaltijdinitiatieven laten zien hoe belangrijk informele ontmoetingsplekken zijn, met name in de ondersteuning van kwetsbare mensen, die je kan organiseren via dit soort 'huiskamers' van de stad. Plekken die de laatste vijftien jaar vaak zijn verdwenen door bezuinigingen op welzijnswerk en het inperken van corporaties.
De mate van contact en vertrouwdheid is per eetgelegenheid verschillend op dit plein, valt mij achteraf op. Naar Lima ga je samen met je vriendin of met een collega. Mensen die alleen komen, zitten achter hun laptop of mobiel. Er is geen onderling contact. Bij de lunch op maandagmiddag in Binnensteeds schuif je aan de grote tafel en voer je een gesprek met je tafelgenoten. Ik zie geen mobieltjes. Je wordt even onderdeel van een groep.
Bij de gratis eetvoorziening staat het eten centraal; je hebt een half uur tijd om te eten en om half zes beginnen vrijwilligers op te ruimen maar als je, bij uitzondering later bent, wordt er nog wel opgeschept. Bij Antonius Kookt is het juist de bedoeling dat je contact maakt met je tafelgenoten en is er meer tijd om te genieten van het driegangenmenu.
 
Op Lima na, zijn het informele plekken waar mensen die het moeilijk hebben in een veilige en vertrouwde omgeving elkaar kunnen ontmoeten. Het informele is een essentieel onderdeel van deze voorzieningen en mensen staan niet onder druk, er wordt niet iets van hen verwacht. Wel heeft elke plek zijn eigen regels en methodiek die in de loop der jaren is ontwikkeld. Deze voorzieningen kunnen niet draaien zonder geëngageerde vrijwilligers. Zij zijn makkelijk aan te spreken en staan dichter bij de leefwereld van de bezoekers dan professionals. Daarnaast is de aanwezigheid van een professional, soms op de voorgrond maar vaker ook op de achtergrond, belangrijk. Zij treden op als er problemen zijn en nemen de verantwoordelijkheid voor de gang van zaken terwijl zij tegelijkertijd veel ruimte geven aan vrijwilligers om het op hun eigen manier te doen.
 
Als ik nu over de Nieuwe Groenmarkt loop, maak ik een praatje met enkele, voor mij inmiddels bekende, daklozen. Ik ben mij veel meer dan vroeger bewust van het nut van deze plekken voor zo’n grote groep kwetsbare mensen in mijn stad.
 
Lenneke Overmaat schrijft een Trancity-blog over de Nieuwe Groenmarkt in Haarlem, centraal gelegen in de stad, een plek van betekenis in het publiek domein. Zij is op zoek naar het alledaagse leven rondom het pleintje; zorginstellingen en hun gebruikers en professionals, de kerk, bewoners en ondernemers.
 
Op de Vlaamse site Sociaal.net staat staat een artikel over 'informele ontmoetingsplekkenin de buurt'. 
 
De Nieuwe Groenmarkt is een casus in het onderzoek van Simon Franke (Trancity) en Wouter Veldhuis (MUST Stedebouw) naar de rechtvaardige stad. Lees daarover hier meer. 
 
Eerdere blogs:
1 – Simon Franke over het plein - Lees hier
2 – Lenneke Overmaat over De Nieuwe Groenmarkt-kerk - Lees hier
3 – De Lieven de Key-lezing van Wouter Veldhuis - Lees hier