Zygmunt Bauman's vloeibare tijden / Simon Franke - Trancity
In Trancity-programma's zoals deSTADSWIJKstudies koppelen we al jaren ruimtelijke en sociale problematiek en brengen die op het niveau van de wijk. Daarbij gebruiken we vaak de redenering dat de oorzaak (en de oplossing) van specifieke sociale problemen niet wijk gebonden moge zijn, de wijk er wel de vindplaats van is. Zygmunt Bauman lezen helpt om die redenering scherper te maken: voor velen die aan achterstandswijken gebonden zijn is er geen ander kader voor verbetering dan hun eigen lokale ruimtelijke en sociale gemeenschap.
Dit jaar verscheen bij Uitgeverij Klement / Pelckmans Vloeibare tijden – Leven in een eeuw van onzekerheid. Het is de eerste vertaling in meer dan tien jaar van een boek van Zygmunt Bauman, de Pools-Engelse socioloog en daarmee is het ook voor het eerst dat er een boek is vertaald uit de reeks van titels van Bauman die de 'liquid society' als onderwerp hebben.
De oorspronkelijke editie van dit boek uit 2007 stond al mijn boekenkast, maar de vertaling biedt zo'n handzaam overzicht van de belangrijkste thema's die Bauman de laatste jaren beroemd hebben gemaakt dat dit wel het moment is om zijn liquid-verhaal nog eens onder de aandacht te brengen.
De vloeibare samenleving betekent dat in de ogen van Bauman we leven in onzekerheid omdat de moderne conditie alleen nog maar in staat is ons voort te jagen op een pad van angst, waarbij alle vaste ankerpunten vloeibaar zijn geworden en individuele behoeftenbevrediging in een consumptiemaatschappij nog ons enige verlangen is.
De essays van Bauman waaieren breed uit en niet altijd is even helder wat je ermee aan moet. Maar mede door zijn prachtige schrijfstijl zijn er altijd passages die je raken en die je voor even het gevoel geven dat je het allemaal begrijpt. In al zijn stukken staan dergelijke inzichten die ook voor onze vakwereld van stedelijke ontwikkelaars relevant zijn. En sommige artikelen gaan zelfs rechtstreeks over het stedelijk leven, zoals in deze bundel het essay Buiten elkaars bereik. De stad is de plaats 'waar men op sociaal veroorzaakte en aangekweekte onzekerheden stuit, in een sterk geconcentreerde en daardoor bijzonder tastbare vorm'. Ooit waren steden de veilige plaatsen, maar nu zijn het de frontlinies waarin globale maatschappelijke problemen lokaal worden uitgevochten. Stadsbewoners zonder middelen worden door de beter bedeelden gezien als een bedreiging voor hun veiligheid. Fysiek mogen wijken dichtbij elkaar liggen, maar sociaal en economisch zijn ze ver uiteen. De bovenlaag woont wel in de stad, maar is er tegelijkertijd onafhankelijk van (lokaal gebonden, maar mondiaal georiënteerd en slechts losjes verbonden met de vestigingsplaats). Dat geldt niet voor hun tegenhangers, die zijn juist afgesneden van de wereldwijde communicatie netwerken en voor hen is de wijk waarin zij wonen in veel opzichten het vaste en enige gegeven in hun zoektocht naar economische verbetering en maatschappelijk houvast. '...Als handelende mensen zijn zij dag in dag uit gebonden aan de fysieke ruimte waarin zij optreden, in de voorgevormde omgeving die voortdurend verandert in de menselijke worsteling naar identiteit, zin en erkenning. Menselijke ervaringen worden opgedaan en verzameld op plaatsen, en daar tracht men het samenleven te ordenen, daar worden de zingevingen aan het leven voortgebracht, verwerkt en uit onderhandeld.' De analyse van Bauman leidt tot de conclusie dat de twee verschillende oriëntaties leiden tot verschillende vormen van betrokkenheid bij het 'op orde brengen van de stad' en tot strijd over de identiteit van stedelijke ruimtes. Hij trekt ook de conclusie dat door de zelfde oorzaak 'de lokale politiek en vooral de stedelijke politiek hopeloos overbelast wordt, ver boven haar draagkracht en mogelijkheden'. Aanbevolen dus.