Over ‘De flexibele stad / Simon Franke – Trancity
Dit weekend eindelijk ‘De flexibele stad’ van Tom Bergevoet en Maarten van Tuijl gelezen. Nu, een paar maanden na verschijnen valt op dat er veel wordt geschreven en gesproken over het boek. Goed pr-campagne dus en misschien ook gewoon een goed boek op een goed moment?
Voor mij bevat het boek drie delen. In het eerste deel worden algemene kenmerken van onze planningspraktijk beschreven. Zowel de oude ‘inflexibele’ manier als de nieuwe ‘flexibele’ manier. Nuttig, maar niet echt nieuwe informatie. In de stedenbouw gaat al langer de discussie over het einde van het blauwdrukontwerpen en het aan- en inpassen aan kleinschalige en flexibele stapsgewijze ontwikkeling. Het derde deel biedt een flink aantal voorbeeldprojecten die de auteurs opschrijven en analyseren aan de hand van hun in het boek ontwikkelde criteria. Die eigen invulling en analyse is natuurlijk essentieel. Het zijn immers de bekende voorbeelden, die bijvoorbeeld ook opduiken in de publicatie Stedelingen veranderen de stad van Mariska van de Berg, een boek dat deze week verschijnt bij trancityxvaliz. Bij het maken van dat boek realiseerden we ons dat die projecteninventarisatie niet de legitimatie vormt voor het boek. Het gaat om wat de wijze waarop je een eigen verhaal koppelt aan die praktijkervaring.
Voor de stedenbouwer
In boek wordt dat gelukkig waargemaakt in deel 2: Instrumenten voor een flexibele stad. Welke juridische, financiële, procesmatige en ruimtelijke instrumenten heb je om niet te wachtenop betere tijden, maar nu al actief in te grijpen op plekken. En het fijne aan het boek is dat de auteurs hun achtergrond als ontwerper centraal stellen. Ook als het gaat om niet-ruimtelijke instrumenten, dan nog hanteren zij een (beeld-)taal die architecten en stedenbouwkundigen zal aanspreken en ze doen dat bondig en toegankelijk. Toen Trancity samen met anderen het programma Stedenbouw als veranderkracht organiseerde merkte ik dat het nog niet zo eenvoudig is om ontwerpers mee te nemen in de denkwijzen van andere disciplines. Een goede greep dus om die andere disciplines en kennisterreinen te vertalen in een stedenbouwkundige en architectonische manier van denken.
Tom Bergevoet & Maarten van Tuijl: De flexibele stad – Oplossingen voor leegstand en krimp. NAi010 Uitgevers, Rotterdam, 2013.