Saskia Sassen en de 'financialisering van de stad' / Simon Franke - Trancity
De ‘financialisering’ van de economie ondermijnt onze steden. Socioloog en econoom Saskia Sassen vertelde erover in de Balie op 29 november j.l. Zij schetste een wereld waarin vastgoed (en de financiering daarvan) er niet is om te worden gebruikt voor huisvesting van bewoners, bedrijven of maatschappelijke instellingen, maar waarin het de onderlegger is voor een reeks van financiële constructies en producten waarmee maximaal geld te verdienen is. Haar verhaal geeft voeding aan het project De rechtvaardige stad, een initiatief van Wouter Veldhuis van MUST en Simon Franke van Trancity.
Uitstoting
Al was de boodschap van Sassen duidelijk, haar verhaal in de Balie was niet altijd even helder. Maar geïnspireerd trok ik een boek van haar uit 2015 uit de kast. Toen aangeschaft, maar nog niet gelezen. Uitstoting, brutaliteit en complexiteit in de wereldeconomie is de Nederlandse titel. Een breed verhaal over armoede, milieuvernietiging, maar vooral ook over het financiële systeem. In een hoofdstuk in het boek (Het financiële systeem en zijn ‘vermogens’: crisis als systeemlogica) beschrijft ze wat er sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw is veranderd. Tot die tijd hadden we een Keynesiaans model waarin de welvaarsstaat erop was gericht dat iedereen mee kon doen. Volledige werkgelegenheid en een vangnet voor als het misging. Dat was ook in het belang van de grote bedrijven. Met meer arbeid werd door hen meer geld verdiend en meer arbeiders (met inkomen) betekende meer consumenten en verkoop van producten. Inclusie was toen de logica van het systeem, uitstoting lijkt volgens Sassen de logica van deze eeuw. In die ontwikkeling zijn de financiële instellingen meegegaan. Banken hebben een rol in de reële economie. Ze leveren bijvoorbeeld een product (lening) waarvoor je een prijs betaalt (rente). Met die lening kan je een huis kopen of een bedrijfsinvestering doen. Maar nu faciliteren de banken ook de financialisering van de economie.
Vastgoed als onderlegger
Tegenwoordig gaat (het grote) geld verdienen beter zonder arbeid en zonder feitelijk product, zo betoogt Sassen. Financiële winst hoeft niet langer gematerialiseerd te worden, kan ook immaterieel blijven en daarmee een middel worden om speculatieve financiële constructies te ontwikkelen die in omvang steeds groter worden. Men verkoopt zaken die men helemaal niet in bezit heeft. De derivatenhandel is daarvan het belangrijkste voorbeeld. In haar boek legt Sassen die constructies uit en wat de effecten daarvan zijn.
Wat heeft dat nu te maken met de stad? Materiële goederen liggen nog altijd aan de basis van veel van die constructies, ook al zijn de waarden daarvan vele malen groter dan het oorspronkelijke goed. Gebouwen blijken vaak een enorm goed middel om als zo’n basis te dienen. Op een woning kan je een hypotheek nemen. Die hypotheken zijn gekoppeld aan de waarde van het pand. Maar je kan die hypotheken, die schulden, ook verhandelen op de financiële markten en zo wordt de waarde van dat schuldenpakket losgemaakt van de waarde van het vastgoed. Een buitengewoon riskant spel dat niet altijd goed afloopt. Dit gebeurde met de subprime hypotheken in de VS in 2007. Het begin van de kredietcrisis en oorzaak van massale huisuitzettingen in de VS. Als je Sassen zo leest krijg je de indruk van een piramidespel van wereldwijd werkende bedrijven, dat vroeg of laat moet klappen en waar de rommel mag worden opgeruimd door de natiestaten en hun belastingbetalers.
Leegstand is lucratief
Sassen trekt lijnen door en geeft duizelingwekkende bedragen. Maar ze laat ook zien wat de gevolgen zijn in de stad. Bijvoorbeeld dat het nu lucratiever is om een kantoorgebouw op Manhattan leeg te laten staan omdat dat in alle doorverkopen meer opbrengt dan het te verhuren. Voor iedereen zichtbaar is natuurlijk dat bedrijven en particulieren hun geld bij deze lage rentestand investeren in vastgoed. Dat brengt via huur (dan toch nog wel), meer op dan je geld bij de bank houden. Maar ook hier zien we in toenemende mate dat die belegging er is om geld te parkeren en te wachten op waardestijging. Prijsopdrijving is het gevolg en natuurlijk onbetaalbaarheid voor grote groepen van de bevolking. In London en New York is huurbrengst minder relevant aan het worden en leegstand het gevolg. Staa ons dat In Nederland ook te wachten?
Re-localizing
De-urbanization noemt Sassen deze ontwikkeling en een groot probleem voor de stad. Wat is haar antwoord? We moeten in elk geval beginnen met te begrijpen hoe het werkt. En tegenover deze globalisering van de stedelijke economie stelt ze ‘re-localizing’. Niet langer franchising met de koffietentjes van globale wereldspelers, maar lokaal ondernemerschap. Niet langer gebouwen en de ruimte financialiseren, maar onderdeel maken van de lokale reële economie. Lokaal ondernemerschap is ook essentieel voor behoud van de middenklasse in de stad. En vooral ook juridische instrumenten ontwikkelen, voor de financiële wereld, maar ook voor wat je lokaal als wel en niet acceptabel ruimtegebruik ziet. Dat is aan de overheid, maar vooral ook aan de stad en zijn bewoners. Het is hun stad en niet die van buitenlandse investeerders.
De rechtvaardige stad
In de bekendmaking van ons project De rechtvaardige stad zetten we economisch rendement tegenover maatschappelijk rendement van de ruimte. Die tegenstelling is wellicht te eenvoudig. Je moet dat economisch rendement specifieker maken. Het is juist die financialisering van de ruimte die maatschappelijk rendement aantast. Dat een gebouw in de reële economie geld heeft gekost en ook weer geld moet opbrengen is niet het grootste probleem. Per slot van rekening kan je dan in een heldere discussie ook kiezen voor meer maatschappelijk rendement in plaats van meer geld. Dat doen we op dit moment onvoldoende, maar je kan de balans zoeken. Maar een leegstaand gebouw heeft geen enkel maatschappelijk nut, integendeel.
Meer over De rechtvaardige stad lees je hier.
De lezing van Saskia Sassen is terug te zien op de site van de Balie: Een heldere samenvatting van haar lezing schreef Zef Hemel op zijn weblog. Meer over het boek vind je hier.